Op 19 april jl. stond de behandeling van de Verordening tweede wijziging van de Huisvestingsverordening juli 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp op de agenda onder punt 3d. In deze wijziging werd voorgesteld om in Pijnacker-Nootdorp de voorrangspositie van vergunninghouders in stand te houden, terwijl deze verplichting inmiddels door het Rijk is afgeschaft. Gemeenten zijn inmiddels vrij in de wijze waarop zij de taakstelling die het Rijk oplegt, uitvoeren.
Het is dus niet noodzakelijk vergunninghouders in de rangordebepaling op te nemen, nu de wettelijke verplichting hiertoe is vervallen. Het is ook niet noodzakelijk het daarom nu in te voeren in onze lokale verordening, omdat de gemeente ook gebruik kan maken van artikel 21 van de verordening, dat regelt dat voor zwaarwegende gevallen, in overleg kan worden afgeweken van de volgordebepaling.
In het raadsvoorstel stond vermeld dat deze wijziging van de verordening slechts ging om technische punten, terwijl het voorstel om vergunningshouders op te nemen in de rangorde van deze verordening juist een inhoudelijke wijziging betreft. In 2019 zal besluitvorming plaatsvinden over een nieuwe Huisvestingsverordening en de daarbij behorende beleidskeuzes. Gemeentebelangen vindt het dus niet correct dat nu al een beleidskeuze wordt ingebracht onder het mom van een ’technische wijziging’.
Gemeentebelangen had een amendement voorbereid dat er op toe zag dat het geen automatisme meer zou zijn om vergunninghouders altijd voorrang te geven boven inwoners die op de wachtlijst staan. Ons voorstel was dus om de vergunninghouders niet op te nemen in deze wijziging van de verordening, omdat dat feitelijk geen enkele reden voor is, en omdat het daadwerkelijk afbreuk doet aan het leveren van maatwerk ten aanzien van de andere wachtenden op de lijst.
Helaas was alleen Trots bereid ons hierin te steunen. De raad, met uitzondering van Trots en Gemeentebelangen, heeft alsnog ingestemd met het opnemen van vergunninghouders in de rangordebepaling. Een gemiste kans om maatwerk te kunnen leveren! Wordt vervolgd in 2019.